maandag 22 juni 2009

Op het randje

Op het randje

Mikael Engström

2008

Van Goor






Om de een of andere reden heeft het een hele tijd geduurd eer ik dit derde boek van Mikael Engström kon lezen. Ik las en hoorde van veel mensen dat het een schitterend boek was en ik kan wat ik las en hoorde alleen maar bevestigen!

Mik woont samen met zijn broer Toby en zijn vader die ernstig verslaafd is aan alcohol in een voorstad van Stockholm. Hij en zijn oudere broer moeten voor zichzelf zorgen en eigenlijk ook voor hun vader, die ze dikwijls van het café moeten ophalen als hij straalbezopen is. Miks leven verandert helemaal wanneer Jeugdzorg zich met hun gezin bemoeit en hij voorlopig bij zijn tante in het koude noorden van Zweden moet blijven. Het speciale leven in het kleine dorpje en de mensen daar bevallen hem. Hij maakt er vrienden en vindt bij zijn tante een geborgenheid die hij nooit gekend heeft. Mik leeft op, tot hij door Jeugdzorg opnieuw verplaatst wordt, deze keer naar een pleeggezin dat hem eigenlijk gebruikt als slaaf. Mik slaagt er gelukkig in om weg te lopen naar zijn tante, met de mensen van Jeugdzorg, door hem Goudtand en Papegaai gedoopt, op zijn hielen. De mensen van Jeugzorg vinden zijn tante niet geschikt als voogd en willen Mik terug weghalen. Maar dat is buiten Mik en zijn vrienden gerekend.

Wat ik het beste vind aan dit boek is het personage Mik. Ondanks alles wat hij meemaakt, verliest hij nooit zijn zin in het leven. Hij vecht met de middelen die hij heeft, hij vindt zijn eigen, vindingrijke oplossingen voor onbegrijpelijke situaties die door volwassenen gecreeërd zijn. Mik is niet bang om tot op het randje te gaan als dat is wat hij moet doen om te overleven. Zijn moed is inspirerend.
En natuurlijk zijn zijn vrienden in het koude dorpje - Pi, Oscar en Filip- er om met hem (letterlijk) kattenkwaad uit te halen en om, samen met zijn eigenzinnige tante en de koppige tweelingbroers Bertil en Bengt, hem te steunen als het nodig is.

Ik kreeg ook zo'n zin om naar het noorden van het Zweden op vakantie te gaan. De sfeer in het dorpje van Pi en Mik is zo mooi neergezet; het lijkt me heel magisch om daar in de winter een een paar weken te zijn.
Maar nu eerst nog een warme zomer, graag!:-)

zaterdag 20 juni 2009

O, boy!

O, Boy!

Marie-Aude Murail

2004

Gottmer

vanaf 13 jaar



Venise Morlevent (5)-een schattig meisje met blauwe ogen, een passie voor barbies en het talent om iedereen in te pakken-, Morgane Morlevent (8) - een onzeker, extreem intelligent meisje - en Siméon Morlevent (13) - een hoogbegaafde jongen die op zijn 14 zijn eindexamen zal doen- zijn net wees geworden (hun moeder heeft zelfmoord gepleegd door WC-eend te drinken en hun vader was er al een hele tijd vandoor). Ze staan op het punt om in pleeggezinnen geplaatst te worden, maar hebben een dure eed gezworen: ze willen nooit gescheiden worden. Een door chocola geobsedeerde rechtvaardige rechter spoort hun halfbroer Bart op, die homo is, werkloos, erg chaotisch en onverantwoordelijk is en om de haverklap 'Oh, boy' zegt-vandaar de titel- en hun halfzus Josiane. Zij is arts, erg serieus en vrij onsympathiek en manipulatief. De twee beginnen een strijd om het voogdijschap over de kinderen. Ze hebben een voorgeschiedenis en kunnen elkaar niet uitstaan... Ondertussen komt aan het licht dat Siméon leukemie heeft en wordt een zware behandeling gestart.

Dit boek werd me aangeraden door mijn zus An (waarvoor heel hard bedankt:-)) en ik heb hem na het lezen gekocht voor op mijn boekenplank. Het is een pareltje!
Als je alleen de kaft bekijkt, denk je dat het gaat om een grappig, licht meidenboek. Als je alle thema's op een rijtje zet, zou je denken dat het gaan om een zware probleemroman, maar dat is het ook niet. De schrijfster schetst met een ironische, soms pijnlijke humor een portret van 3 speciale kinderen die op zoek zijn naar geborgenheid en naar een voor hen goede gezinssituatie, die zeker niet stereotiep blijkt of hoeft te zijn. Door de ironische, observerende toon leest het boek heel vlot en licht, terwijl het je ook confronteert met thema's als leukemie, zelfmoord, geweld, homoseksualiteit, opvangtehuizen en hoogbegaafdheid. De personages worden met humor en veel diepgang neergezet. O, boy! is voor mij een onvergetelijk, schitterend verhaal.

Het citaat van Romain Gary vooraan in het boek zegt veel over de levensvisie die je in dit boek terugvindt en is ook een beetje een rode draad in het verhaal:

"Humor is een teken van waardigheid, een bevestiging van het feit dat de mens superieur is aan datgene wat hem overkomt."

vrijdag 5 juni 2009

paper towns

Paper towns

John Green

2008

Dutton Books










Dit is ondertussen het derde boek van misschien wel mijn favoriete auteur John Green (ik vind het altijd moeilijk kiezen, maar deze staat zeker in mijn top 5 aller tijden!). Zijn vorige boeken: Het grote Misschien en 19 keer Catherine doen je lachen, nadenken, huilen en slaan je met de mooiste zinnen en inzichten om de oren. Zijn personages zijn steeds ongelooflijk interessant, realistisch en apart; net als de boeken blijven zijn personages je altijd bij.
Dat is voor Paper Towns niet anders. Het boek is ondertussen ook vertaald en uitgegeven in de Lemniscaat reeks Made in the U.S.A., maar ik wou dit boek in het Engels lezen.

Quentin is een heel evenwichtige, intelligente jongen die in zijn laatste jaar middelbare school zit. Hij is een beetje een nerd, maar dan een erg coole nerd (net als de hoofdpersonages in Greens andere boeken) Hij is altijd al verliefd geweest op zijn buurmeisje Margo Roth Spielman, een charismatisch, populair, 'superawesome', maar voor hem onbereikbaar meisje. Als ze op een nacht beroep doet op hem voor wat op het eerste gezicht lijkt op een mijn-vriendje-doet-het-met-mijn-beste-vriendin-wraakactie, zegt Q. niet nee. Maar na een dolle, avontuurlijke nacht is Margo ineens verdwenen; niemand weet waar ze heen is. Ze lijkt voor Q. hints te hebben achtergelaten over waar ze heen is gegaan. Q. doet er alles voor om haar terug te vinden. Maar zijn zoektocht confronteert hem meer en meer met het feit dat hij eigenlijk niet weet wie Margo is.

Paper towns gaat over een heleboel dingen: vermiste personen, opgroeien, liefde, vriendschap, weglopen, fictieve stadjes, illusies, loslaten,... Waar het voor mij het meeste over gaat is over de beelden die we van elkaar maken. Hoe we mensen maken tot wie of wat we willen dat ze zijn en hoe beperkend dat is. En over hoe die beelden nooit kloppen en hoe beangstigend, maar ook mooi het is als die beelden wegvallen. En over hoe we iemand anders nooit volledig kunnen begrijpen.

Een paar mooie citaten:

"It is so hard to leave - until you leave. And then it is the easiest goddamned thing in the world.(...) Leaving feels too good, once you leave. (...) I leave and the leaving is so exhilarating I know I can never go back. But then what? Do I just keep leaving places, and leaving them, and leaving them, tramping a perpetual journey?"

"What a treacherous thing it is to believe that a person is more than a person."

" 'Because it's kind of great, being an idea that everybody likes. But I could never be the idea to myself, not all the way."

" 'Aren't you worried about, like, forever?'
'Forever is composed of nows,' she says. I have nothing to say to that; I am just chewing through it when Margo says, 'Emily Dickinson. Like I said, I'm doing a lot of reading.' '"

"I understand now that I can't be her and she can't be me. Maybe Whitman had a gift I don't have. But as for me: I must ask the wounded mand where he is hurt, because I cannot become the wounded man. The only wounded man I can be is me."

En een stukje uit de voor mij grappigste scène in heel het boek:

"'I've had to pee for three hours.'
'You' ve mentioned that.'
'I can feel the pee all the way up to my rib cage,' he says. 'I am honestly full of pee. Bro, right now, seventy percent of my body weight is pee.'
'Uh-huh,' I say, barely cracking a smile. It's funny and all, but I'm tired.
'I feel like I might start crying, and that I'm going to cry pee.'
That gets me. I laugh a little.
(...)
'Radar, how long till we stop?'
(...)
'I can't make it Radar. Get me something to pee in.'
The chorus erupts: NO. Absolutely not. Just hold it like a man. Hold it like a Victorian lady holds on to her maidenhead. Hold it with dignity and grace, like the president of the United States is supposed to hold the fate of the free world.
'GIVE ME SOMETHING OR I WILL PEE ON THIS SEAT. AND HURRY.' "